Nel: “Ik heb van hier tot Tokyo glas-in-lood gemaakt en als ik wil blijven doen wat ik wil blijven doen, haal ik vast de 200.” Ze begon op haar 12e vlak na de oorlog. Pa maakte raamhangers van lood, zij schilderde de basis in de vorm van een bootje of een molentje.
Daarna stopte ze om zich te wijden aan haar man en haar drie kinderen. Op haar 50e scheidde ze van haar man. Ze probeerde nog veel nieuwe liefdes, maar geen een beklijfde.
Waarom de liefde voor glas-in-lood wel eeuwig duurt? Nel lacht: “Het is monnikenwerk, zoals de monniken er in de 14eeeuw ook mee begonnen. Je hebt een hoop geduld nodig, eigenlijk net als in de liefde, maar klanten werden blijer van me.”
Gezond en positief blijven, luidt haar levensmotto. Daarom gaat ze regelmatig een paar maanden naar haar caravan in Blanes in Spanje. “En als ik dan een opdracht krijg, stuur ik hem door naar mijn kinderen.”
Thuis, in haar benedenflatje, heeft ze “natuurlijk” zelf haar glas-in-loodwerken. “In de stijl van de Amsterdamse School. Die kleuren en rechtlijnigheid vind ik heel mooi.”